Nee, over de keus wat te doen na zijn middelbare schoolopleiding heeft Jan Janssen niet lang hoeven na te denken. ‘Ik kwam van school en ben gelijk thuis de tuin in gegaan. De tuin was voor mij niet de enige optie. Maar je bent er wel in opgegroeid van kinds af aan. Ik vond het ook leuk, ik was er altijd mee bezig. En dan rol je er gauw in. De eerste paar jaar heb ik bij mijn vader gewerkt. Toen ik in het bedrijf steeds meer ben gaan doen, zijn we gaan kijken naar een bedrijf erbij. Thuis in Nootdorp hebben we 3,3 hectare met paprika’s staan. Eigenlijk kun je dat in je eentje aardig bijhouden, daarvoor hoefden we niet per se met z’n tweeën te zijn. Al ging het best wel lekker, samen met m’n vader. Als je met vakantie ging, kon je gewoon weglopen.’
Komkommers
De zoektocht naar iets voor zichzelf leidde Jan naar Pijnacker, dat samen met Nootdorp één gemeente vormt. De keus om niet verder te gaan in de paprika’s had hij toen al gemaakt. Het werd de komkommer, de vruchtgroente die voor 95% uit water bestaat. ‘Waarom? Omdat er toch veel uitbreiding is in de paprikateelt. Een komkommerteelt is wat moeilijker te plannen en in te richten.'
Optimisme
Maar was het juist niet de komkommerteelt die een paar lastige jaren achter de rug heeft? Jan, met een gezonde portie optimisme: ‘Maar is dat niet sector-eigen, dat er al gauw wordt geklaagd over het rendement? Ik verwacht dat je, als je het goed doet, er met komkommers en paprika’s rendement behaald kan worden.
Het was wennen, zegt hij eerlijk. ‘Paprika’s zijn een relatief rustige teelt. Het groeit allemaal heel geleidelijk. Komkommers daarentegen groeien snel. In de paprika’s kun je nog weleens zeggen: ach, dat komt de volgende dag wel. Dat kan ik me niet meer permitteren. Je moet elke dag snijden. Het is rennen en dan weer stilstaan. En dat is weleens hectisch.’
Mooie grootte
Met 2,7 hectare heeft hij meteen al een bedrijf met een flinke verantwoordelijkheid. ‘Ik vind het een mooie grootte om te starten. Voor een komkommerteler is dit een prima hoek. Het moest ook weer niet te groot zijn, want je gaat uiteindelijk nog maar beginnen.’ Hij kon bij de overstap op goede ondersteuning rekenen, vertelt Jan. ‘We hebben een komkommerteler in de familie. En mijn vader heeft ze vroeger ook nog geteeld. Ik was er dus aardig bekend mee.
Drie teelten per jaar
Driemaal per jaar gaan de komkommerplantjes de kas in, de eerste in januari. ‘De eerste teelt is een rustige teelt. Je hebt nog weinig licht. Hoe meer licht er is, hoe sneller die komkommer groeit. De tweede teelt is eigenlijk de drukste. Dan lopen we hier met zes man per hectare, dus een man of vijftien, zestien in totaal. En de derde teelt is ook weer wat rustiger.’
Daardoor lukt het Jan aardig om de balans te bewaren. ‘Je bent al gauw zeven dagen per week aan het werk, ja. Maar in drukke tijden zet ik wat extra scholieren en uitzendkrachten in, zodat je met elkaar op tijd klaar bent.